Hoogtepunt deze week: de Madonna van Stuppach, van Matthias Grünewald, 1519. Ik ben ervoor ‘omgelopen’, net als proto-pelgrim Herman Post in 1989. Het overdonderende, rare schilderij heeft een Wikipedia-pagina, en een eigen website. Eén weetje: het is geschilderd met verf uit kwark, kalkwater en gemalen halfedelstenen en plantensappen. Dat verklaart waarom Maria zo straalt en het schilderij zo kleurig overkomt. Die verf is heel kleurecht en na 500 jaar nog prachtig.
Tweede thema: trouw. Ik ben een opportunist qua route. Iedere dag een andere Wanderweg, maar trouw aan de route als groter geheel. Ik zal nóoit de trein pakken (oei, wacht maar). Dat is ontrouw. Je laat dan je verwachtingen, waar de tocht qua schoonheid of tempo kennelijk niet voldoet, de baas zijn over je vermogen om te ondergaan. Als bij een nurkse vakantieganger die precies de foto’s in het gidsje wil zien. Want dat is het met trouw: wil je korte termijn genot door vals te spelen of wil je weten wat écht volhouden je gaat brengen? En waar trek je de lijn, ben je trouw in de geest, of naar de letter?
Praktijk: teruglopen naar de Panoramaweg Taubertal is na het bezoek aan het schilderij niet logisch. Dus ik trok een rechte lijn van Stuppach naar Rothenburg ob der Tauber. Dat bleek een leeg stuk, met veel akkers en piepkleine dorpjes waar je niks kunt kopen. Ik dacht dus zondag zonder eten 30 km in regen en wind te moeten lopen. Zou ik zo’n stuk overslaan, dan zou ik niet weten dat halverwege, in het boeren-tienhuizen Spielbach, mij het volgende overkwam.
Uit een vuilige boerderij klonk vrolijk geroezemoes. Was het droog geweest, was ik doorgelopen. Maar nu trad ik binnen… In een tjokvolle voorkamer vol etende Schwaben. Ik vroeg aan de dichtstbijzijnde: ‘ist es hier ein Gästehaus?’ (Geen bord buiten, niks) ‘Und gibt es Mittagessen?’ Ik werd bij de enorme kachel gezet tegenover iemand, en kreeg bier en Sauerbraten. Absoluut oma-eten in de boerderij van mijn grootouders anno 1975. Vla in je schoongelikte aardappelbord.
Er verscheen een heel knokig dametje in een schort, met een geldkistje. Wilde je betalen, moest je op audiëntie. Kraakheldere ogen. En geen poespas: eerst vertellen waar je vandaan komt, ‘je bent echt helemaal niet van hier hè?’, en wat je hier brengt.
Wat me in Spielbach bracht? Trouw.
’t Is heel fijn meelezen met jou.
Zo, 1000 km, gefeliciteerd!
Ik heb wel 2 praktische vragen. Loop je nu harder of langzamer dan je globale planning? Heb je eigenlijk zo’n globale tijdsplanning?
En de andere is, ken of heb je geen ontberingen tot op heden? Uit de verslagen spreken enkel jolijt en vreugde. Schrijf je t niet hier op of loop je werkelijk op rolletjes?
hallo Helena,
‘Schrijf je het niet op of loop je op rolletjes’, is een goede vraag. Daarom beantwoord ik m nog even (ik zag je vraag eerder over het hoofd kennelijk). Nee, ik kende geen ontberingen, maar dat hangt wel van de definitie af. Kinderen die in goudmijnen moeten werken, die kennen afzien en ontbering, vind ik. Bij de wandelaar is alles tijdelijk en oplosbaar. Daarbij: ik heb erg veel ervaring met koud kamperen, nat wandelen en mistig navigeren, dus deze tocht was makkelijk (‘moeilijk’ is een richel met ijs en wind in het donker). Toch, ik schrijf ook niet alles op, het gejengel over moeie voeten of onvindbare slaapadressen lijkt me niet lezenswaardig. Van veel pelgrims heb ik het idee dat het 60-plussers zijn die na een relatief saai leven daar vlug nog een groots verhaal aan toe willen voegen, terwijl een pelgrimage een behoorlijk conventioneel en onspectaculair ding is.
Maar vertel me welke Helena. Ik ken er maar 1?
groet
Klaas
Ach Helena, voor Klaas zijn dat kleine huishoudelijke probleempjes.Niets om over naar huis te schrijven. Misschien in zijn dagboek?
Schiet mooi op, Klaas. Maar loop niet te hard anders kom je nog vast te zitten in de Alpensneeuw, tenzij je over asfalt gaat lopen. Je schrijf- en fotografeerstijl bevalt me prima, evenals je aloude opportunisme – ik citeer je OLV artikel van 2001 nog altijd met plezier. Ik heb je tentje op de website van de fabrikant gechecked. Om van te watertanden, maar slapen in een tent lukt helaas niet meer. Ik moet me me er toch eens bij neerleggen dat 49 jaar geregeld onder zeil gaan genoeg waren.
Graag een seintje als je pal west van Wenen bent! Hoewel ik rond die tijd misschien in de Antwerpse Kempen ben, lekker gemakzuchtig over zandpaden richting Westmalle Tripel terwijl er beelden uit gedichten van mijn naamgenoot van Ostaaijen (een Kempisch gehucht, vandaar) voor me oprijzen.
Paul
Ha Paul, ik loop vanaf maandag van Donauwörth naar Fuessen, en op de 13e of 14e waarschijnlijk de grens met Oostenrijk over. Heel hartelijke groet! Klaas
Mooie prestatie heb je al geleverd Klaas! Soms is het afzien, maar dat kan dus ook weer zo maar omslaan in verrassende wendingen. Blijf jezelf trouw dus!
Je verhalen en plaatjes blijven leuk: ga zo door!