Liefde tot

9 mei, half negen. Bij Eremo Camaldoli word ik binnengelaten door een monnik als ik vraag of ik ergens in het veld mag staan. Hij hoort me zeggen dat ik geen ‘vero pellegrino’ ben, maar hij ziet dat ik betoverd ben door het heilige Casentijnse bos en door het voorportaal van het klooster. De tranen lopen over mijn wangen. (Voor de droogstoppels onder u: moe en hongerig en lang alleen). Ik zei ‘ik ben niet religieus, maar voel het sacrale wel’. Hij zegt ‘wat er nu met je gebeurt, dat ís religieus, en alles wat wij in de kerk doen, de godsdienst, is er om het gevoel dat jij nu hebt te bereiken. Maar sommigen vinden de kerk bruikbaar, anderen niet’. Ik mag m’n tent opzetten binnen de kloostermuur. Ik durf me haast niet te verroeren. De kat komt langs, de klok slaat tien. Ik slaap tot zonsopkomst en woon de mis van zes uur bij. Ik hark daarna mijn bak pap naar binnen, leunend tegen een muur uit het jaar 1025. Man. 

Ik voel de laatste weken een onverwacht effect van de pelgrimstocht: de mensen zijn me lief. Ik ontmoet iemand, en ben m’n instant oordeel kwijt. Ik voel liefde tot die persoon en wil zeggen ‘wacht, kalm, ik vind je winkel niet slecht als je geen haver verkoopt, ik ben niet boos als je auto een stofwolk maakt, ik vind je niet dom of dik’. En die boodschap breng ik over met mijn ogen. En soms kijk je bij de ander binnen, en zie je een heel teer mens die het ook niet weet maar zó zijn best doet. 

Eremo Camaldoli. De monniken zijn hier ‘heremiet’, geen contact met buiten. Een deel van het terrein is toegankelijk voor publiek, met publieksmonniken zoals Axel, die mij binnenliet. Hij is hier al 13 jaar (en jonger dan ik).

  

Ik kom voor het eerst wandelaars tegen. Veel noemen zich direct pelgrim, ze lopen van La Verna naar Assisi, meestal. Dit is Ferdinand, 70. Geen ervaren wandelaar (hij glijdt net uit hier), maar wel een ervaren reiziger die eerst zelf kijkt, en dan eventueel een gids bekijkt. De populairste Duitse gids voor de Franziskusweg doet dat anders: voor de punktlichen onder ons is alles voorgekauwd totaan een motto voor elke wandeldag. Bescheuert!

  

Bij Chiusi La Verna (een klooster gesticht door Franciscus in 1216) is het bos weer sprookjesachtig.

  

Helaas is bij La Verna de heiligheid ver te zoeken. Maar eerlijk is eerlijk: het pelgrimssteunpunt verkoopt ijs, en dat heeft menig pelgrim nodig. (ik loop door)

  

Waar ze hier hun geld mee verdienen? De spullen staan er wel. Sorteermachine voor grind.

  

Na La Verna (10 mei) ga ik op 11 mei richting Sansepolcro. Kees Roodenburg, maker van mijn route, laat me hard werken, dagelijks 1500 hoogtemeters. Ook is het warm.

  

12 mei. Vanaf een schitterend kampeerplekje naast een kerk uit 1501 loop ik de vlakte in naar Sansepolcro. Het is een tuin, zo rijk. Hier planten ze tabak.

  

Sansepolcro (van de poster die ik op 23 februari fotografeerde in Aalsmeer) is de stad van Piero della Francesca. Hij schildert niet heel goed, maar zijn ideeen en composities zijn geniaal. Hier een touchscreen met 1 van de 22 panelen van de Madonna dei Misericordi.

  

Het beste schilderij ter wereld (volgens schrijver Huxley), is in restauratie. Ook hier: niet super geschilderd, maar de manier waarop Jezus als een kalme, heel soevereine Koning uit zijn graf stapt, is baanbrekend.

  

Deze foto kun je overal maken, maar ik maak m toch. Zo stil is het, 25m van de drukke markt in Sansepolcro.

  

De pellegrini-card. Waarschijnlijk voor buspelgrims, die heb je hier veel, italiaanse dames van 80 die naar Medzjugorje gaan.

  

Montecasale, klooster. Als ze anno nu beelden gaan maken van contemplerende monniken, dan is dat kitsch. Easy.

  

Ik maak fotos van ‘opknappertjes’, waar te romantisch ingestelde hollanders een bed en breakfast kunnen beginnen.

  

In overwoekerd Umbrië weet je: als je de route kwijtraakt… (ik zit hier nog op een soort van spoor, van links naar rechts)

  

Parochiekerkje ‘Pieve delle rose’

  

Soeplepels. Pas als het stormt, gaan ze draaien en gaan de belletjes rinkelen. Klopt: dit wegkapelletje vraagt Maria om jagers en paddestoelenzoekers te brschermen. Het zonnepaneel bovenop maakt stroom voor de LED-aureool van Maria.

  

Lange dag op 13 mei. Ik reken op deze bar/alimentari. Dicht!! Een vrouw roept van het balkon en doet toch open en maakt broodjes. Ze weet dat pelgrims zich graag speciaal voelen en zegt ‘ik doe alleen open voor pelgrims’, maar ik vind t prima als ze me als inkomstenbron ziet en als kans om van oud brood af te komen. De motorrijder na mij krijgt ook wat, maar dan gaat de deur echt dicht als er automobilisten komen. Het dier in de voorgrond is een zich uitrekkende haan.

  

Wind in de middag. Heerlijk.

  

Dit ís al een schilderij.

  

Ik ben appels zat. Overgeschakeld op tomaten en aardbeien. Appels transporteren makkelijk maar zijn in deze tijd natuurlijk oud, of van een ras dat de reis vanaf Nieuw Zeeland overleeft.

  

Gubbio viert een authentiek volksfeest op 15 mei. De eigenaar van restaurant Ulisse e Letizia is een waar ambassadeur en laat me een filmpje zien. Mannen dragen drie kaarsen in wedstrijd naar de top van de berg. De kaarsen wegen 490 kg. Hij heeft zelf 25 jaar meegedaan.

  

Gubbio ligt als een Game of Thrones stad tegen de berg. Je hoort de soundtrack erbij.

  

Koningsdag-effect: een dag tevoren trapjes met hangslot vastmaken om over de hoofden te kunnen kijken of filmen. Deze man heeft zn trapje met een touw aan de gevel gebonden.

  

14 mei avond: na gezelligheid met wandelaar Oskar maak ik me in de schemer uit de voeten. Het feest mis ik, terug naar de rust.

  

Bicina, het kerkje overeind gehouden.

  

28 graden, drukkend. Ik ging zwemmen in Lago di Valfabbrica. Toch maar niet. Typisch Italiaanse afvoerput.

  

13 mei, Pietralunga, 23 graden om 20.16. Real-Juventus gekeken in de bar.

  

14 mei, Gubbio. Deze man bukt even zodat je buurtheilige Petrus kunt zien. De koekjes zijn voor het feest op de 15e.

  

Ik nader Assisi op 16 mei. De pastoor dacht: ik wil het modern. Maar grafitti is lastig. God is nu een boze LSD-dealer, en Franciscus zegt ‘wat kan ik doen, ik heb geen bassist morgen’

 

3 gedachten over “Liefde tot

  1. Wordt het waarom/waarvoor nu al duidelijk? Hou vol het zal lonen.
    Wij,tijdens samen eten ,tellen met je gezin de dagen af.
    Wanneer komt hij? Niemand die het echt weet.

Reacties zijn gesloten.