Het donkerrode boekje

Hij kwam naast me staan maar keek niet in mijn richting, op een manier die suggereerde dat hij een praatje wilde maken. In de supermarkt had hij zojuist een klein kartonnen bekertje espresso uit de automaat gehaald. De automaat staat vlak naast de ingang en toch ver van de kassa, dus dat was voor hem nog wel te doen. Hij was namelijk een vluchteling. Of, een gelukzoeker, daar wil ik vanaf wezen. Ik ben zelf ook een gelukzoeker, en heb bovendien een lelijke bodywarmer, een tentje en een ongeschoren gezicht. Maar ik ben een wandelaar, dat ziet iedereen, toch? 

Nog maar een paar kilometer eerder liep ik langs de autoweg. Voor me liepen mannen in vieze kleren, achter me liepen mannen in vieze kleren en rechts van mij was het landschap omgeturnd in een soort verlaten festivalterrein. Het lag bezaaid met plastic flessen en ander afval met hier en daar groepjes tenten, soms verbonden door grote stukken zeil. Overal dwaalden mensen in groepjes of alleen. Mijn route maakte een afslag. Toen ik de bebouwde kom van Loon Plage inliep kwam een auto mij tegemoet. De bestuurder staarde lang en nadrukkelijk, met een woedende blik. Hij zag in mij een vluchteling die het gewaagd had zijn dorp binnen te komen. 

De man met het kartonnetje espresso had dat ook gedaan, alsof hij een gewoon mens was die toevallig heel hard gesport had of heel hard in de tuin gewerkt had waardoor zijn kleren vies waren geworden. Het was een kwestie van douchen en dan kon hij met zijn dochter naar paardrijles.

Ik sprak hem niet aan. Had ik geen zin om sympathiek te doen? Was ik eigenlijk wel heel blij met het onderscheid tussen mij en de ander? Wilde ik geen gesprek dat onvermijdelijk zou uitkomen bij mijn privilege (wandelen) en zijn gebrek daaraan (doelloos rondlopen tot je met de andere vluchtelingen verzameld wordt en met een bus naar weet ik veel waar gereden wordt).

De volgende dag reed ik over een prachtig breed strand richting Calais. Vanuit het zuiden verscheen een brullende strandbuggy. Op mijn hoogte aangekomen minder hij vaart. Het was een patrouillewagen. Hij verdween in de verte. Een half uur later ging ik even zitten om thee te drinken en iets te eten. De patrouillewagen verscheen weer, en minderde weer vaart. Waarom komen ze niet kijken? dacht ik. Toen ik weer ging lopen, werd snel duidelijk waarom de patrouillewagen niet gestopt was. 200 m verder kruiste mijn route een groep gendarmes. Het waren er vijf van het soort ‘kogelvrij vest, insignes, baarden, laarzen en camouflagekleuren’. Ik werd staande gehouden en moest vertellen wat ik aan het doen was. Ook wilden ze mijn paspoort zien. Dit had ik al verwacht dus zat het bovenin de rugzak. Er werd even flink doorgevraagd waar ik geslapen had, wat ik ging doen en wat er in mijn rugzak zat. Het was oké. Ik vroeg nog ‘is het moeilijk om Calais in te komen’. Nee, zei de grootste met een rossige baard, je moet gewoon je paspoort laten zien en je reservering voor de ferry. 

Zwaai met je donkerrode boekje als een toverstokje en alles komt goed. 

Ik dacht terug aan de man bij de supermarkt

Kanunnik van der Paele wordt door Sint Joris ‘voorgesteld’ aan Maria en Jezus. Jan van Eyck, 2436 (Groeninge museum, Brugge)
Zaterdag 15 maart neergestreken in Zedelgem. Materiaal voor vuur ligt klaar!
Koude ochtenden. Ik sta natuurlijk ook op in het koudste uur, vlak voor zonsopkomst.
Käthe Kollwitz, rouwend ouderpaar, op het Duitse oorlogskerkhof in Vladslo.
Picon, een aperitief, in De Zwaan in Lo.
Over de Franse grens!
Chansons draaien in het appartement van John, Bray Dunes, 18 maart.
Flinke dosis Almere, Zoetermeer in erger in Dunkerque Grand Synthe.
Dag 15: vaak stuur ik Fré een zonsopkomst, omdat ze op schooldag opstaat net als ik aan de wandel ga.
Geweldig mooi breed strand en mooie duinvalleien op weg naar Calais.
Tussen Duinkerke en Loon Plage: het vluchtelingen landschap.
Probeer maar eens om lopend Fort Europa uit te komen! Corridors van 4m hoge hekken, Calais.
De Route van Breskens naar Calais, ,
Maar de beloning is groot. Engeland!

l

Gelukkig zijn er Sjons

Deze wandeling was er eerst zoeen van vier dagen die ik wel eens maak in Nederland. Duidelijk gemarkeerde natuur ( mini oh en ah ), perfecte wandel- fiets- en mountainbike infrastructuur, eten van de AH of de Jumbo. De wandeling was ingebed in woon-kitsch – riet gedekt met antraciet kozijnen, stenen voortuin met zwarte Porsche – en veel eensgezinswoningen met stijlkenmerken die desnoods gelijktijdig naar 1880,1930, modernisme en boeren romantiek verwijzen. In Zeeland kwamen daar onafzienbare huisjesparken bij. Bungalows uit de jaren 60, puntdakjes met Noors kleurenpalet uit de jaren 90, mini boerderijtjes en nu dus ook antraciet metalen schuifpuien met verticale eiken-look planken. Hekken beschermen die vakantieparken, en eigenlijk ieders bezit, tegen de vreemdeling maar zoals ik het bekijk houden de hekken vooral de recreanten binnen. 

Dan de campings. De meesten zijn niet bedoeld om op te kamperen met een tent. Het woord kamperen is flink genivelleerd: ook in een verwarmde camper op een parkeerplaats staan heet nu al kamperen. Dus wat ik ook Google er is er geen een die een wandelaar met een tent kan ontvangen. Of toch wel?

Ik word gebeld, het is een nummer dat ik eerder zelf draaide. Met Sjon! Ja hallo met Klaas, ik zag op uw website dat de camping open is van 15 maart. Maar is de camping voor een wandelaar misschien al open vanaf 12 maart? O, zegt Sjon, we zijn al de hele winter open. Hierna begint John aan een uitgebreide uitleg hoe ik zijn camping kan bereiken. Ik zeg, ik vind het wel, het staat op de kaart. Maar als ik aankom vanuit het dorpje Zanddijk, blijken al Sjon’s aanwijzingen noodzakelijk: tankstation langs, het zandpad in, langs het leegstaande huis op nummer 87 A, voorbij de schuur naar de coniferenhaag en dan over een heel stel in het gras gelegde grindtegels naar een rij caravans die er zo te zien al een tijdje staan. Ik zie een man met een ladder. Bent u de chef?, vraag ik. De man antwoordt in het Duits van niet.  Zijn vrouw komt de caravan uit en tezamen beginnen ze mij wegwijs te maken op het terrein. Ik krijg de keus uit twee locaties. Ik kies de donkerste. Want mijn tent is zo’n beetje doorzichtig. Later blijkt dat op de tegenoverliggende caravans allerlei lichtjes aangaan en knipperen in allerlei kleuren. In het piepklein toiletgebouwtje is er precies 20 cm tussen douchegordijn en de deur om al mijn kleren op te hangen. In dat zijn er nogal wat, want het is koud. 

Later, als ik gegeten heb, duikt Sjon op. Hij vertelt het hele levensverhaal van de camping en hoe alles zo gekomen is. Ik vertel hem van de vorige camping waar ik op plaats 7015 mocht staan en waar ik € 24,50 betaalde. Sjon moet lachen en rekent een tientje.

Beeld bij dit blog lukt nog even niet, wegens gedoe met de WordPress app. Ik schrijf dit in de browser, het toetsenbord bedekt wat ik typ. Mijn God, had niets moeten beloven over schrijven.

nou vooruit. Toch nog een foto van dag1

Bollenstreek, tweede dag.

Maasland

Met de pont over de Nieuwe Waterweg naar Rozenburg
De Maasvlakte vanaf Voornes Duin
De Haringvliet sluizen
Wildkamperen op één uitzichtpunt
Ik zeg niks
Liefde is …
Duinvallei achter piepjong duin, Schouwen.
Het begin van de Oosterschelde kering.
Veere
met de boot van Vlissingen naar Breskens
Etappe 1, van huis naar Vlissingen, is klaar.

Grote plannen worden waar

Uitgelicht

Zodra het broeit weet ik dat het gaat gebeuren: een wandeling, maatje XL. De bestemming was gauw gevonden: Engeland. Een eindbestemming volgde vlak daarna: Ullapool, een stadje waar ik al 35 jaar kom. Zo is ook Schotland in de wandeling ruim vertegenwoordigd.

Maar vooral zal de wandeling heel Brits zijn: veel kastelen, ‘halls’, universiteiten, kalkriviertjes, venige heuvels, 18e-eeuwse kanalen, buitenwijken en veel, veel countryside. Afgetopt met een flinke portie Highlands.

Zo vlak voor vertrek (ik vertrek vanmiddag) past bescheidenheid, maar ik hoop dat het een mooie wordt, met voldoende verhalen en beelden om er een heus boek van te kneden. Wie weet!

Ik zal hier hopelijk 1x in de week posten om jullie te vertellen over wat ik gezien heb. Want dat is wandelen vooral voor mij: veel kijken, alleen maar kijken. Kijken jullie mee?

op weg naar Ullapool, 1990
Even buiten Inverness, liftend onderweg naar Ullapool, 35 jaar geleden. De kruk is nep, om lifters te bedotten.
kaart van het verenigd koninkrijk met wandelroute van Santpoort-Zuid naar Ullapool
De route, ongeveer. Je ziet dat ik eerst naar Calais loop, van huis af. Puristisch gedoe! Het stuk rond Manchester is alweer heel anders…