MLD Hell rugzak, review

Mijn favoriete wandelrugzak is de Burn, van Mountain Laurel Designs* (MLD). Die is 38 liter, en mijn kamperen-boven-nul-uitrusting past er in. Maar in de zomer, in Nederland of Frankrijk, als er geen warme slaapzak, geen warme kleren en vaak niet eens regenspullen mee zijn, is ie te slobberig. Een mooi voorwendsel voor een nieuwe, toch? 

Zoek je een rugzak van rond de 30 liter, dan kom je uit bij rugzakken die bedoeld zijn voor klimmers, met veel toestanden eraan, of dagrugzakken die dan weer net te klein zijn. Ron Bell, de chef van MLD zag dat ook, en heeft een rugzakje gemaakt van 27 liter, waar ‘niks’ aan zit.

Kenmerken
De Hell is een zak zonder ritsen of vakken. Aan de buitenkant zit 1 groot elastisch vak, in het midden vastgezet en zo in tweeën gedeeld. Ron levert een paar meter elastisch koord, waarmee je op dat buitenvak nog een grid kunt maken. De heupband is heel eenvoudig, simpeler en wat steviger uitgevoerd dan aan de Burn. De schouderbanden zijn ook eenvoudig, met ongeveer een centimeter vulling. Er is geen frame en er is niks verstelbaar, de schouderbanden en heupband zitten gewoon vastgenaaid aan de zak. Klinkt oncomfortabel? Bedenk dan: je neemt weinig mee. Komt goed. De schouderbanden en heupband zijn wel verstelbaar, natuurlijk.
Je kunt een deksel met rits erbij kopen, maar die heb ik al in huis (aan mijn Burn). Wel wil ik nog proberen hoe het is om spulletjes en/of een drinkfles op borsthoogte te dragen. Voor $18 koop je een fleshouder of een verticaal tasje erbij.

Inpakken en wegwezen: wat past waar?
Bij de eerste test, in de zomer hier in de duinen, besluit ik al direct dat spullen op borsthoogte niks voor mij is. Het ruist en kraakt en zit in m’n blikveld. Bovendien pauzeer ik liever dan al lopend te snacken of te drinken. De schouderband-tasjes blijven dus even thuis. 

De Hell is klein. De bodem/doorsnede is 22,5cm x 13 cm, kleiner dan een half A4 (en kleiner dan de fabrikant opgeeft!). De hoogte, met de sluiting dicht, is ongeveer 50 cm. Het binnenvak meet daarmee dik 14 liter. Wát?! Hoe dan?!
Toch past mijn slaapzak, matrasje, kleding+pan, tent/haringen, etuitjes met dingetjes, e-book en bovenop evt een jas er wel in. 
Het buitenvak, daar past mijn 1 liter petfles en 0,6 liter thermos goed in. Regenspul, gamaschen, grondzeil etcetera verdwijnen ook in het buitenvak. Mijn 2 liter oprolfles kan er gevuld ook nog bij. De stof van het buitenvak comprimeert zo, dat fruit wel heel blijft, maar een tomaat, dat hangt erom. Het is precies los genoeg om er makkelijk iets uit te halen.

Maten en wat er zo’n beetje inpast.

Met het meegeleverde elastische koord heb ik een webbing op de buitenkant gespannen, daar klemt een trui, jas of regenjas goed onder, of een tasje eten als je net naar de winkel bent geweest. Een natte tent past daar ook prima.
Het volume per gram eigen gewicht is belachelijk: de rugzak weegt iets meer dan 10 gram per liter draagvolume. Alleen boterhamzakjes doen het beter.

Pasvorm
Geen pasvorm, want de rugzak is frameloos. Je pakt ‘m in, en de inhoud voegt zich naar je rug. De rugzak zit nog lekkerder dan de Burn, want zo klein, je kunt er zo weinig in stoppen dat ie nooit veel weegt. 6-7kg is het meestal. Stop je ‘m buiten en binnen helemaal vol (bijvoorbeeld met 2 liter water, einde dag) zou misschien rond de 10 kilo kunnen komen. In Nederland, in de zomer, is mijn uitrusting rond de 5kg (zonder water, eten en brandstof)

Lopen
Ja, wat denk je. Fluitend natuurlijk. Feest. 
Niet lopen: de rugzak is zo klein en zo opvouwbaar dat ie makkelijk meekan als tweede rugzak, of in de koffer.

Nadelen
Deze rugzak heeft geen frame en hangt dus niet vrij van je onderrug. Dat maakt ‘m minder geschikt voor hogere temperaturen.
Het buitenvak is hoger en minder doorzichtig dan dat van de Burn, je moet op de tast dingen eruit vissen. Kleine spulletjes blijven niet bovenin zitten maar zakken naar onderen.
De sluiting van de zak is een rolsluiting met een paar drukknoopjes. Eigenlijk rol ik m alleen maar. Als de rugzak heel vol is, kan de sluiting kieren. De stof is UHMWPE (Ultra High Moleculair Weight PolyEthylene), 2x zo sterk als Dyneema. Met een PU-coating, maar ik ga er zelf nooit vanuit dat een rugzak waterdicht is.
Het idee dat alles binnen in 1 vak zit, en nattigheid en flessen aan de buitenkant, is een goed ontwerp. Maar die lader, snoertje, geld, een reepje, daarvoor wil ik misschien toch het deksel met ritsje erop zetten.

Kwaliteit
Mag ik best zeggen: Amerikaanse ateliers leveren echt kwaliteit. Alles is degelijk, goed genaaid, je kunt je niet voorstellen dat er iets stuk gaat. Mijn Burn is nu 8 jaar oud, en alleen het labeltje met het logo erop is versleten. Prijs: $ 155. De verzendkosten zijn $50, reken dus op € 200.

Conclusie
Deze rugzak is zo simpel, da’s altijd raak. Wil je ‘m naar eigen voorkeur of gewoonte uitbreiden, dan kan dat allemaal. Er past niet veel in en dat vind ik heel fijn, het geeft een geweldig gevoel van vrijheid. Gewoon, geen geseik. Heel onopvallend, maar erg stylish. Extreem goede bouwkwaliteit.
Als je uitrusting iets minder uitgekookt is, of je wilt meer dan 3 dagen eten mee, dan is-ie te klein. Kijk bij Gearlab voor een goeie test van 35-50 liter rugzakken. Allemaal veel zwaarder en duurder, want ‘features’. Je bent gewaarschuwd. Of koop een Burn van MLD, you’ll be amazed.

*de Burn is licht gewijzigd tegenwoordig

Laat maar waaien in de Achterhoek

Wat een chagrijnig stukje, dacht ik, toen ik de eerste versie teruglas. Zo’n poging om alles te beschrijven, en wat er niet goed was dan nog extra uitgebreid.

Okee, ik schrijf alleen op wat er goed was, eind september in de Achterhoek.

1) De metamorfose. Zoals superman uit een telefooncel stapt, zo kom ik als wandelaar uit de vergaderruimte van Sovon Vogelonderzoek in Nijmegen, waar ik die dag een training gaf. Ik ben nog net herkenbaar als trainer vanwege m’n koffer met laptop, papier en stiften. Die gaat in Arnhem in een kluisje, en dan ben ik wandelaar.

2) Na 8 jaar is er weer eens een nieuwe rugzak. “Hell” is de naam, als een middelvinger naar de ingewikkelde buitensport. Marketing natuurlijk, voor de geprivilegieerde vijftiger die zogenaamd zonder spullen kan. In het zakje van 27 liter (260 gram) zit een nieuwe bivakzak, maar voor de zekerheid ook nog een buitentent. Om 8 uur sta ik vlakbij Winterswijk op een donkere camping. (Over dat rugzakje schrijf ik nog een stukkie)

3) Dan het wandelen, wanneer werd dat mooi? Ik denk gewoon de woensdagochtend, met een stel paarden in het bedauwde gras. Een overstekend reekalf. Daarna een hele tijd niets. Goeie zandpaden wel, maar vooral veel laser-strakke percelen snijmais, voederbiet en raaigras. Mooi weer, korte broek. In Meddo een lunch en daarna neergestreken in een rommelrand van het Zwillbrocker Venn. 

4) Slapen in het bos. Als ik lig, neigen de stammen over mij heen en als ik mijn ogen opsla kijk ik tussen de boomkronen door naar de avondhemel. Even denk ik: autolampen, maar het is de opkomende maan. Niets zo compact als een bivakzak. Losse zooi kan in het hoofdeinde, keukengerei blijft buiten en de rugzak zelf verhoogt mijn hoofdkussen nog wat.

5) In Eibergen maakt bakker Schröder me gelukkig: hij levert spelt, desem, rogge en gekookte gerst in de vorm van een baksteen, waar ik mooi de boerenkaas van De Zuivelhoeve op kwijt kan. Ergens op een steigertje met de schoenen uit.

6) Zwemmen. Een duik in de Hambroekplas, waarvan ik een piepklein strandje zie, tussen de bosjes bij een boerderij. Er staat een kampeerbus met een zwemster die mij aanraadt erin te gaan. Bivakzak = geen camping = geen douche, dus zwemmen. 

(Intermezzo met mindere dingen:) Borculo is Friesland Campina. In de schaduw van de fabriek is een Albert Heijn waar iedereen zo’n beetje omheen schuifelt met winkelwagentjes en Qashqai’s en elektrische fietsen. Het centrumpje is beeldschoon en Landgoed Beekvliet is ook mooi. Een bivakplek langs de Slinge gaat niet, en ook de plekjes langs de Berkel zijn me iets te zichtbaar. Niet ongebruikelijk loop ik verhit heen en weer. Ik eindig tussen een maisakker en hakhout nabij het Hooge Erf. De nacht is warmig.

6) Vrijdag langs het Stelkampsveld (boeiend) naar De Kale Berg boven Barchem, waar een prachtig houten lezingenzaaltje is gebouwd door de Woodbroke Quakers. Zo in de afdaling bereik ik mijn ideale wandeltemperatuur: licht overmoedig, spottend, lamaarwaaien. En prompt begint de achterhoek op de Achterhoek te lijken. In Lochem staan allemaal bezienswaardige villa’s en de koffie van Semmelink aan de markt is heel goed. De taart ook. Ik koop een regenponcho van € 1,50 bij de Trekpleister omdat zoiets helemaal past bij mijn bui en hopelijk ook bij die ene bui die vrijdagmiddag gaat vallen (nee, geen regenkleding mee). Over een heel nat paadje tussen de Berkel en de akkers in richting westen. Met muziek op. 

7) Landgoed De Velhorst. Weliswaar overal bordjes met duurzaam en ecologisch erop – dat moet je in deze streek kennelijk heel nadrukkelijk uitdragen – maar de akkers en de lanen ogen fantastisch. Door, langs het water totaan Restaurant de Hoofdige Boer in Almen, waar ik met Lein in Coronatijd ook was. Scherpe lui, met eigen wandelroute en natuurlijk een lunch met een bokbiertje. Na een bezoekje aan de Spar begint het te plenzen en de Trekpleister poncho gaat aan. Die is doorzichtig, dat heeft Gore-Tex niet!
Langs het Twentekanaal, over de schutsluizen naar camping de Waldhoorn. De douche moest even wachten, eerst de hele inschrijvingsprocedure. ‘Heeft u niet gereserveerd? Dat is wel aan te raden hoor’ en met een nummertje aan de tent. Maar ook een biertje geregeld.

8) Dan het hoogste hoogtepunt dat ik al van verre zag aankomen: ’s ochtends om half zes op, om zes-vijftien langs het kanaal. De schutsluizen zijn fel verlicht maar de rafelrand van Zutphen is donker en stil. NIETS beter dan in de vroegste ochtend lopen. In de jaren-dertig-wijk knippen de eerste lichtjes aan, zaterdagochtendvoetballertjes denk ik. In het oude centrum glanst de ochtendschemering op de grachtjes. 

Om half acht de trein. Hup, koffertje uit de kluis in Arnhem en op naar Den Dolder, een bijeenkomst met mede-trainers van het NIOW. Maar die wandelaar in m’n hoofd, die blijft. 

Winterwijk- Zutphen, ca 117 km. Je kunt altijd bij mij de .gpx opvragen, of me gewoon een mailtje sturen als je iets wilt weten, wat dan ook.