Om er even uit te zijn liep ik van huis naar Den Helder. “Om er even uit te zijn”, misschien wel om er even in te zijn. In mijn favoriete modus. Lopen, kijken, lopen. Aan de leiband van de route die geen leiband is maar een soort vaag kader. Soms onzichtbaar, voor portiekflats langs, een plein over, soms als een geleiderails, een smal pad langs een afrastering of over een vlonder.
Het pad is de baas. Je wilt weten wat er net om de bocht ligt. Architecten en parkontwerpers proberen het te ontwerpen: enticement, aanlokkelijkheid. Zodat de wandelaar als het simpelste dier op het licht af loopt, zijn hartslag verhoogt voor een bocht. Hoe hij zich machtig voelt op een hoog punt, maar daarna vlug een valleitje inloopt om weer omhuld te zijn. Ik doe er lekker aan mee.
Waar dat pad dan loopt? Ik hou wel van woonwijkjes en industrie. Maar het Noord-Hollands Duin, dat spant de kroon. Het kleurenpalet! Het doet vaak aan Schotland denken. En wat een variatie: dennen, berkjes, heide, duindoorn, helmgras, lage wilg, grijze duinen met rendiermos, het kan gewoon niet op.
De rommelende mens was er ook. Ontroerende volkstuintjes in het duin boven Egmond, maar ook met trespa beplate troepwinkels in Callantsoog, nu nog wanhopiger dankzij Corona. Het dieptepunt is het bijna verlate recreatiehuisjeslandschap van Julianadorp. Rietgedekt, chaletstijl, mansion-stijl, allemaal dicht op elkaar en alleen op de rendering van de architect enigszins te pruimen.
En ik was op m’n onbenulligst, geen hellingen, sneeuw, watertekort, lastige navigatie of wat dan ook. Om het reizigers-schap te vieren wilde ik ergens zomaar naar de kapper. Bij drie adressen verbaasde ik de kappers met mijn binnenvallen, maar nergens kwam ik tussen de Covid-afspraken door. Lag ook aan mij: ik moest voor donker nog een stukje, of kon niet zomaar twee uur wachten.
En de vos? Die jatte mijn blauwe kaas en betoonde daarvan geen spijt toen ik hem bij het eerste daglicht tegenkwam.
Zie je dat schitterende knikje, waar het pad overgaat naar oude klinkertjes?
Egmond aan Zee, vuurtoren Van Speijk. Echt kustdorp.
Ten noorden van Egmond liggen tientallen ’tuintjes’ uitgegraven in het duin. Ontroerend.
Richting Bergen aan Zee. Langs Russenduin, Thabor, Bijlenboom, de Linksche Kant en door het Russengat.
Lekker eten bij Echt, in Bergen. Take away vanwege Corona. Regen net zacht genoeg.
Schitterend as-eiland onderin Museum Kranenburg
Seikweer door lomp Staatsbosbeheer-bos op weg naar Groet
Camping Eldorado in Groet. Leuke lui, thuis-gevoel. En ze hadden drie plankjes met etenswaar, zodat ik mezelf kon trakteren op een pot Appelmoes en een flesje bokbier.
De Hondsbossche Slaperdijk. Die betonnen palen ken ik nog van de was op de boerderij van opa. Iedereen had ze, toen en daar. Harde wind in de rug.
Wist je dat de Hondsbossche Zeewering uit een dijk EN een duin bestond. Ikke niet.
Het Zwanenwater, van Natuurmonumenten, is echt een juweel. Eigenaardige combi van duin, dennen, veldjes, moeras en eikenstruweel. En berken. En orchideeënveldjes.
Callantsoog leidt onder toerisme-ondernemers-wanhoop. Alles ad-hoc in elkaar getimmerd. Gelukkig zijn er kauwtjes. En (onder) aan de rand wonen leuke mensen in hun eigen nest.
Jee man. Horse Care BV of zoiets. In-treurige landjes met verweesde natte paarden.
Art Brut langs de Noordduinen. Hoera.
De Hel. Net niet economisch haalbaar recreatielandschap bij Julianadorp. Verlaten, winderig.
De middenvliet in Polder Het Koegras. En dan Den Helder in langs de donkere duinen.